Op 26 april 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep van Michiel Jonker, inwoner van Arnhem, die niet wil dat er door de gemeente in een centraal databestand wordt geregistreerd op welke plaatsen en tijdstippen hij persoonlijk zijn huisvuil wegbrengt naar de gemeentelijke afvalcontainers.

De Arnhemmer wil niet dat informatie over zijn privé-gedrag en zijn aanwezigheid of afwezigheid (bijvoorbeeld tijdens vakantie) zonder noodzaak in een datasysteem terecht komt dat gehackt kan worden en waarvan niet duidelijk is wie daar toegang toe hebben. Ook vraagt hij zich af waarvoor deze gegevens in de toekomst zullen worden gebruikt.

De Raad van State heeft in zijn uitspraak nu weliswaar het hoger beroep gegrond verklaard, maar op zo’n manier dat de Arnhemmer na bijna twee jaar weer terug is bij af. De RvS stelt dat de gemeente nooit een (formeel) besluit heeft genomen en dat er daarom ook geen bezwaar tegen kan worden gemaakt. Zo ontneemt de RvS de Arnhemmer zijn toegang tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak door de bestuursrechter.

“Moet ik nu een dure advocaat inhuren om naar de burgerlijke rechter te stappen om mij daar te verweren tegen een onrechtmatige overheidsdaad?” vraagt de Arnhemmer. “Ik heb geen reële rechtsingang meer. Dit is voor een normaal mens ondoenlijk. Op deze manier schaft onze rechtsstaat zichzelf af. Ik ben zeer teleurgesteld over de rol die de RvS op dit punt meent te moeten spelen.”

Hij constateert dat de gemeente Arnhem op illegale wijze haar inwoners feitelijk verhindert om hun restafval met behoud van privacy op correcte wijze weg te brengen. De gemeente weigert in de praktijk haar wettelijke plicht te vervullen om afval op een correcte wijze in te zamelen.

Alles bij de bronnen; pdfPrivacyFirst & Raad v State