'In het kader van' fraudebestrijding heeft ons kabinet een nieuw wetsvoorstel ingediend.
Dit voorstel van SZW betreft een verscherpte controle op mensen die afhankelijk zijn van een van de zeven typen uitkeringen die gewijzigd gaan worden.

Het ministerie plaatste op 21 april j.l. een kamerstuk op de webpagina van SZW als antwoord op het advies van de Raad van State.

In dit kamerstuk, het rapport dat door Staatssecretaris J. Klijnsma is opgesteld, wordt het huisbezoek in de eerste instantie gedefinieerd als een psychologisch instrument dat uitkeringsgerechtigde op suggestieve wijze als verdachte neerzet.
Vanuit het oogpunt van onze rechtsstaat bezien is dit op zichzelf al ernstig genoeg.

Maar het gaat verder dan dat: niet alleen legt het kabinet het advies van de Raad van State (en de aanvulling daarop) naast zich neer zonder verdere uitleg, maar wil een omgekeerde bewijslast invoeren, waarbij de uitkeringsgerechtigde op vrijwel onmogelijke wijze moet aantonen dat hij niet fraudeert.
Het kabinet stelt vervolgens dat dit onder 'eigen verantwoordelijkheid' valt, en dat een huisbezoek afgedwongen kan worden als niet aan die eigen verantwoordelijkheid voldaan kan worden.

Dit betekent dus dat het kabinet het plan heeft om het recht op persoonlijke levenssfeer voor uitkeringsgerechtigden te vernietigen.

Saillant detail daarbij is, dat het kabinet zelf stelt dat dergelijke huisbezoeken, dus zonder concreet vermoeden op fraude, geen noemenswaardige bijdrage leveren aan fraudebestrijding als zodanig.

Een zorgelijke ontwikkeling die een precedent schept voor verdere uitholling van de rechtsstaat.

Merlijn

Lees het volledig document van Merlijn