Antwoord op vragen over Nederland als koploper bij het opvragen van telecomgegevens

Vraag 2
 Kloppen de in het bericht genoemde cijfers? Zo nee, op welk punt kloppen de cijfers niet?

Antwoord 2
Het is correct dat er in 2009 door de (bijzondere)opsporingsdiensten 2 930 941 vragen zijn
gesteld aan de telecom- en internetbedrijven via het CIOT-informatiesysteem (CIS).
Het aantal vragen dat is gesteld door de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten is niet opgenomen
in dit aantal.

Kunt u aangeven waarom Bits of Freedom slechts via de Wet Openbaarheid van Bestuur
(WOB) procedure aan de nu bekend geworden gegevens kon komen? Bent u bereid
gemakkelijker inzichtelijk te maken welke gegevens op welke schaal worden opgevraagd
door welke instanties? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6
Het aantal vragen via het CIS wordt reeds jaarlijks gerapporteerd in het jaarverslag van het
ministerie van Veiligheid en Justitie. Een uitsplitsing hiervan naar opvragende instantie zal
beschikbaar worden gemaakt via de website van het CIOT. Het aantal opgevraagde
historische verkeersgegevens zal met ingang van dit jaar in het departementale jaarverslag
worden opgenomen. De uitsplitsing hiervan naar opvragende instantie zal niet openbaar
worden gemaakt omdat hieruit informatie zou kunnen worden afgeleid over afzonderlijke
onderzoeken.

Antwoord op vragen over uitspraak van het EHvRM over de aanwezigheid van een advocaat bij het verhoor

Vraag 2
 Kan de zinsnede «la Cour rappelle également ....», zo worden uitgelegd dat er ook tijdens
het verhoor een recht op aanwezigheid van een advocaat bestaat? Zo ja, wat betekent dit
voor de Nederlandse praktijk met betrekking tot de aanwezigheid van een advocaat
voorafgaande en tijdens het verhoor? Zo nee, waarom niet?
Hoe moet die passage dan wel worden gelezen en uitgelegd?

Antwoord 2
 Nee. In Brusco vs. Frankrijk legt het Hof artikel 6 van het EVRM zo uit dat een verdachte de
gelegenheid moet hebben zich met een raadsman te verstaan vóór en tijdens het eerste
verhoor en volgende verhoren. Door iemand als getuige (en niet als verdachte) te horen
en hem evenmin op zijn zwijgrecht te wijzen wordt een schending van artikel 6 door Frankrijk
aangenomen. Deze uitspraak leidt niet tot de conclusie dat los van de context van de Franse
wetgeving de raadsman in het algemeen ook tijdens het verhoor aanwezig moet kunnen zijn.
Er is naar aanleiding van de uitspraak in de zaak Brusco naar mijn oordeel geen aanleiding tot
het nemen van aanvullende maatregelen voor de Nederlandse situatie.

Antwoord op vragen over het bericht ‘Iedereen kan OV-chipkaart kraken'

3.
Wat kan en gaat u eraan doen om de verspreiding van kennis over het kraken
van de OV-chipkaart via websites als; http://www.ov-chipkaart.org/?page_id=24  
tegen te gaan?

TLS heeft mij laten weten dat zij het internet en andere media voortdurend in
de gaten houdt op informatie over het manipuleren van de chip die wordt
gebruikt in de OV-chipkaart. TLS toetst deze informatie op wat wel en niet
wettelijk toelaatbaar is. Zo is aanzetten tot fraude bijvoorbeeld ook strafbaar.
 
Indien TLS constateert dat informatie niet toelaatbaar is, wordt gerichte
(juridische) actie ondernomen.