Uit de brief aan de kamer van Hirsh Ballin

In de motie-Van der Ham is de regering verzocht ‘zorg te dragen voor grotere zorgvuldigheid in de bejegening van vermeende opiniedelicten’ en wordt gevraagd de Kamer te berichten over de manier waarop zij verder invulling wil geven aan de uitvoering van de motie-Bos. Laatstgenoemde motie riep de regering op het grondrecht van vrijheid van meningsuiting ‘zowel in woord als in gedrag actief te verdedigen en uit te dragen zodra zij daar vragen over krijgt voorgelegd of wanneer in maatschappelijke discussies blijkt dat burgers uit angst voor represailles neigen tot zelfcensuur’.

Het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting maakt onbetwistbaar deel uit van de fundamenten van onze democratische rechtsstaat. Het kabinet zal dit altijd en overal verdedigen. Er bestaat tussen uw Kamer en het kabinet geen enkel verschil van inzicht over het belang van het recht van elke burger in Nederland om zijn mening – in welke vorm ook – zonder voorafgaand verlof te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Het kabinet hecht aan ruimte voor een scherp debat, juist om democratische verworvenheden te waarborgen. Dit dient op een wederzijds respectvolle, constructieve en oplossingsgerichte wijze te geschieden. Het zoeken naar die balans acht het kabinet een maatschappelijke opgave voor alle burgers.

 

De brief in zijn geheel is hier te vinden

Het antwoord op kamervragen rond deze zaak staat hier

Inmiddels is er een nieuwe zaak waarin een journalist en publicist verhoord is vanwege bedreiging en haatzaaien omdat hij andermans ‘tweet’ heeft gepubliceerd cq. geciteerd.

Drie kamer leden hebben hierover vragen gesteld aan HB, vd Ham, Dibi & Hennis-Plasschaert