Geachte Kamerleden,

Morgen debatteert u met staatssecretaris Dijkhoff over diens controversiële wetsvoorstel Computercriminaliteit III. Voorafgaand aan de kritische hoorzitting over dit wetsvoorstel op 11 februari 2016 ontving u van Privacy First een brief met ons commentaar op dit wetsvoorstel.[1] De inhoud van deze brief geldt immer onverkort. Naar aanleiding van de recente Nota[2] van de staatssecretaris bij het wetsvoorstel zenden wij u hierbij ons aanvullend commentaar.

Noodzaak en proportionaliteit immer onaangetoond

In zijn poging tot beargumentering van de vereiste noodzaak en proportionaliteit van het wetsvoorstel blijft de staatssecretaris opnieuw hangen in een vaag verhaal dat riekt naar technologisch determinisme. De staatssecretaris laat zich immers vooral leiden door technologische mogelijkheden i.p.v. de klassieke verworvenheden van onze vrije democratische rechtsstaat...

Geen misbruik van kwetsbaarheden in software

Mocht uw Kamer onverhoopt besluiten tot goedkeuring van het wetsvoorstel, dan acht Privacy First het onbestaanbaar dat de Nederlandse overheid nieuwe of onbekende kwetsbaarheden in software zou willen gebruiken (en dus misbruiken) om heimelijk toegang tot gegevens te kunnen verkrijgen. Dergelijk beleid brengt de integriteit en veiligheid van de gehele Nederlandse informatiesamenleving actief in gevaar... 

Function creep

De bevoegdheden in het wetsvoorstel lijken nu weliswaar primair beperkt tot apparatuur van verdachten van ernstige misdrijven (en dus in principe geen apparatuur van onschuldige burgers met wie verdachten in contact staan). De geschiedenis leert echter dat dit type bevoegdheden in de loop der tijd altijd wordt uitgebreid. Door sluipende doelverschuiving (function creep) zal het dan ook slechts een kwestie van tijd zijn voordat de hack-bevoegdheden in het huidige wetsvoorstel voor de opsporing en vervolging van allerhande strafbare feiten zullen worden ingezet. Het huidige wetsvoorstel biedt hier reeds alle ruimte toe, aangezien de lijst misdrijven waarvoor de nieuwe bevoegdheden zal gelden eenvoudig zal kunnen worden uitgebreid bij Algemene Maatregel van Bestuur i.p.v. bij formele wetswijziging...

Framing van verdachten

Privacy First is zeer verontrust door de volgende bekentenis van de staatssecretaris:

“In theorie is het mogelijk dat een opsporingsambtenaar gegevens op een apparaat zet die de verdachte niet zelf op het apparaat heeft gezet. Op dit punt wijkt de situatie in de digitale wereld niet af van het analoge domein. Tijdens een huiszoeking kunnen verdovende middelen in een kast worden gelegd en tijdens de doorzoeking van een voertuig kunnen wapens in de kofferbak worden gelegd.”[6]

Hierbij verzoekt Privacy First uw Kamer om ervoor te zorgen dat burgers de best mogelijke wettelijke, organisatorische en technische bescherming tegen dergelijke framing-praktijken zullen krijgen, voorzover dit niet reeds het geval is onder bestaande strafbepalingen, beleid en techniek.

Grondige toetsing door rechter-commissaris

Privacy First verzoekt uw Kamer om er bij de staatssecretaris op aan te dringen dat de voorafgaande machtiging voor de inzet van bevoegdheden door de rechter-commissaris altijd met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en grondigheid zal kunnen geschieden. In geen geval mag sprake blijken van oppervlakkige rubber-stamping wegens operationele druk of gebrek aan tijd en kennis bij de rechterlijke macht...

Mogelijke rechtszaak Privacy First

Mocht het huidige wetsvoorstel ongewijzigd worden aangenomen, dan behoudt Privacy First zich het recht voor om dit wetsvoorstel, zodra van kracht, door de rechter te laten toetsen en onrechtmatig te laten verklaren.

Alles bij de bron; PrivacyFirst