Bij de behandeling van de bewaarplicht vroeg de Eerste Kamer aan de toenmalige minister van Justitie om een burgerportaal. Via zo’n portaal zouden mensen makkelijk kunnen zien of hun gegevens in een onderzoek van de politie zijn gebruikt. Vorige week maakte minister Opstelten duidelijk dat dat portaal er niet gaat komen.

Hij reageerde daarmee na 2,5 jaar eindelijk op een vraag die hem was gesteld. Eerste Kamerlid Strik wilde van de minister weten of het niet mogelijk was om een “portaal” in te richten waar burgers konden zien of hun gegevens in een onderzoek van de politie zijn gebruikt. Want, zo stelde Strik:

“Wij zijn verplicht om onze gegevens af te staan; hoort daar niet een recht op inzage in het gebruik daarvan tegenover staan?” 

De minister zegt dat burgers nu al inzage kunnen krijgen. Burgers kunnen bij de telefonie- en internetaanbieders opvragen welke gegevens over hen zijn opgeslagen en wijst naar een tweetal wetten (de Wpol en WJG) als burgers willen weten welke gegevens van belang waren in opsporingsonderzoeken van de politie.  

Maar welke aanbieder geeft je meteen inzage in al je gegevens – inclusief de gegevens die vastgehouden worden voor de politie in het kader van de bewaarplicht? En als jij wilt weten in welke onderzoeken gegevens over jou een rol hebben gespeeld, dan moet je elk van de 25 regionale politiekorpsen (en de FIOD, en de SIOD, en de AID, en de KMAR, en …) los een verzoek tot inzage sturen.

Alles bij de bron; BOF