De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een negatief advies uitgebracht over het eerste wetsvoorstel van het kabinet om telecomgegevens in de strijd tegen het coronavirus te delen en gebruiken. De noodzaak voor de maatregel is nog onvoldoende onderbouwd, de gekozen systematiek nog niet evenwichtig en belangrijke waarborgen ontbreken in de wettekst. Het gaat dan bijvoorbeeld over de aard van de informatie en maximale bewaartermijn.

Volgens minister De Jonge van Volksgezondheid kan geaggregeerde data afkomstig van mobiele telecomnetwerken helpen bij het vroegtijdig signaleren van nieuwe oplevingen van het virus. Het RIVM zal deze data straks gaan gebruiken. 

Het wetsvoorstel is alleen gericht op het verstrekken van tellingen van het aantal personen, afgeleid uit de aantallen in de gemeente aanwezige mobiele telefoons, dat per uur in een gemeente aanwezig is. Met de gegevens moet het RIVM inzicht krijgen in hoe de mobiliteit zich de dag ervoor heeft ontwikkeld. "Zo kan het RIVM sneller inspelen op actuele ontwikkelingen dan nu het geval is", aldus de minister.

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft half mei een eerste versie van het wetsvoorstel beoordeeld en daarop een advies met aanbevelingen aan het kabinet uitgebracht. De AP keek verder of de wetswijziging voldoet aan de kaders over privacy die binnen de Europese Unie zijn afgesproken.

Het eindoordeel is negatief. Zo is het voorstel onvoldoende duidelijk waar het RIVM de telecomgegevens precies voor nodig heeft en om welke specifieke gegevens het gaat. Verder hekelt de AP de systematiek van het voorstel. Zodra het in werking treedt kan de minister van Volksgezondheid telecomproviders opdragen informatie op basis van verkeers- en locatiegegevens aan het RIVM te verstrekken. "Dat is niet evenwichtig en komt ook niet tegemoet aan de eisen die het Europees recht op dit punt stelt. Het geven van aanwijzingen wordt immers aan geen enkele toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit onderworpen, niet voorafgaand aan het geven van de aanwijzing noch gedurende de periode dat deze aanwijzing geldt", aldus de toezichthouder.

Tevens is niet nauwkeurig beschreven hoe lang de gegevens worden bewaard, om welke gebiedsgrootte het gaat en de interval van verzamelde gegevens. Daarnaast is de kans op herleidbaarheid van de gegevens tot (groepen van) individuele personen aanwezig. De AP vindt dan ook dat de gegevens niet als anonieme gegevens kunnen worden beschouwd.

Alles bij de bron; Security