De Autoriteit Persoonsgegevens heeft vorig jaar de minister van Veiligheid en Justitie geadviseerd om het wetsvoorstel over het gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven niet in te dienen omdat het hier bezwaar tegen had.  "De AP heeft bezwaar tegen het conceptwetsvoorstel en adviseert u dit niet aldus in te dienen", aldus de conclusie van het adviesrapport (pdf).

De toezichthouder miste in het conceptwetsvoorstel ook een gedegen onderbouwing van de proportionaliteit en de subsidiariteit. "Hoe staat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, in het bijzonder betreffende de vastlegging van persoonsgegevens van de personen, waarop het vizier van de opsporingsinstanties niet is gericht (de "onschuldige burger") in verhouding tot het aantal met behulp van dergelijke gegevens succesvol opgeloste of voorkomen misdrijven. Met andere woorden: rechtvaardigt het van toepassing verklaren van de bepalingen van de PNR-richtlijn op de intra-EU vluchten de privacyschending van een onbepaalde grote groep personen", laat de AP weten.

Volgens de toezichthouder is het noodzakelijk om eerst bestaande mogelijkheden en systemen te onderzoeken voordat er nieuwe systemen worden geïntroduceerd die ingrijpen op de rechten van burgers. Daarbij komt dat de PNR-richtlijn, voor wat betreft de intra-EU vluchten, de mogelijkheid biedt om de bepalingen alleen bij "geselecteerde vluchten" toe te passen. De Autoriteit Persoonsgegevens vindt vanuit het oogpunt van dataminimalisatie in relatie tot de bescherming van de privacy van onschuldige burgers dat het wetsvoorstel had moeten verklaren waarom de PNR-richtlijn niet alleen voor risicovluchten moet gelden.

In de aankondiging dat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer is gestuurd heeft het ministerie nergens melding gemaakt van de kritiek van de toezichthouder en wat het hiermee heeft gedaan. Gisteren werd het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.

Alles bij de bron; Security