...Samenvatting van het advies
Met name door het toepasselijk worden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) per 25 mei 2018 en het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Digital Rights Ireland, dringt de vraag zich op of de anti-witwasrichtlijn en de (voorgestelde) implementatie voldoen aan het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest).
Het evenredigheidsbeginsel vereist volgens vaste rechtspraak van het Hof dat handelingen van de instellingen van de Unie geschikt zijn om de door de betrokken regeling nagestreefde legitieme doelstellingen te verwezenlijken en niet verder gaan dan wat daarvoor geschikt en noodzakelijk is. Het Hof van Justitie beslist in Digital Rights Ireland dat de dataretentierichtlijn onvoldoende waarborgen kent om de inmenging te beperken tot het strikt noodzakelijke. Opvallende overeenkomsten daarbij zijn het "mass surveillance”-karakter van het cliëntenonderzoek waardoor voortdurend bijna elke EU-burger en bovendien massa’s burgers buiten de EU worden gemonitord. Daarnaast is een aantal algemene privacywaarborgen zwak ontwikkeld, zoals het recht op inzage en de notificatieverphchting na een onderzoek door de Financiële Inlichtingen Eenheid in geval dat onderzoek niet heeft geleid tot een strafirechtelijk onderzoek ofvervolging.
In het kader van het voorliggende implementatievoorstel worden de bevoegdheden tot gegevensuitwisseling verder uitgebreid (zie nader punt 2 en 3 van dit advies), waardoor de vraag naar de evenredigheid van het totale stelsel prangender wordt. Zo bevat de wijzigingsrichtlijn verschillende opties om gegevens te delen waarvan door Nederland gebruik wordt gemaakt, met name de optie om op grond van de WWFT gegevens te delen met de partners in het Financieel Expertise Centrum (hierna: FEC). De AP meent dat de noodzaak voor het gebruikmaken van deze optie onvoldoende is gemotiveerd.
Alles bij de bron; RijksOverheid