De vaste commissie voor de JBZ-Raad heeft nav een brief van de minister van VenJ de discussie voortgezet over het voorstel van de EC voor een richtlijn mbt het gebruik van passagiersgegevens (PNR) voor de bestrijding van terrorisme en zware criminaliteit.

Het voorstel bepaalt dat lidstaten luchtvaartmaatschappijen moeten verplichten om PNR data - zoals reisdata, reisschema, stoelnummers e.d. - beschikbaar te stellen aan een zogenaamde nationale PNR-eenheid, die verantwoordelijk is voor de verwerking en bescherming van die gegevens. De gegevens kunnen vervolgens reactief, in real time en proactief worden gebruikt in de strijd tegen terrorisme en zware criminaliteit.

De commissie ziet in het real time en proactief gebruik van de gegevens, echter het aanleggen van profielen ('profiling'). Zij vraagt in een brief aan de minister naar de wettelijke basis hiervoor en is van mening dat de noodzaak van het gebruik van dergelijke profielen niet is aangetoond. Zij vraagt de minister dan ook of hij bereid is daartegen bezwaar te maken.

In het vervolg van de brief stelt de commissie ook nog enkele vragen over het gebruik van gevoelige gegevens (over bijvoorbeeld godsdienst of medische conditie), discriminatie op basis van nationaliteit en het recente rapport van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, de EDPS.

Deze heeft geconcludeerd dat het voorstel weliswaar verbeteringen bevat ten opzichte van een eerder voorstel uit 2007, maar nog steeds fundamentele gebreken vertoont. Dit is met name het geval omdat niet is aangetoond dat het voorstel in overeenstemming is met de beginselen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. De commissie heeft daarom de minister gevraagd op het rapport van de EDPS te reageren.

Bron: Eerste Kamernieuwsbrief EUpdate (per mail ontvangen)