Een politieambtenaar is veroordeeld omdat hij niet-werk gerelateerde informatie heeft opgezocht in computersystemen van de politie. Hij heeft hiermee inbreuk gemaakt op de privacy van de personen die hij heeft opgezocht. 

De verdachte had als opsporingsambtenaar een autorisatie om in de politiesystemen te komen. Hij werd daarbij uitdrukkelijk via het systeem gewaarschuwd dat oneigenlijk gebruik dan wel misbruik van deze gegevens, waaronder het verstrekken van deze gegevens aan derden die niet de vereiste autorisatie bezitten, ten strengste verboden was.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte een groot aantal zoekopdrachten gedaan die op het eerste gezicht niet-werk gerelateerd lijken, zoals naar familieleden en personen die in de omgeving van Breda wonen en dus buiten zijn werkgebied vallen. Hij heeft de reden hiervoor niet vastgelegd en heeft niet aannemelijk gemaakt dat ze noodzakelijk waren voor de uitoefening van zijn functie. Hiermee heeft hij inbreuk gemaakt op de privacy van de personen die hij heeft opgezocht.

De rechtbank is van oordeel dat de verdachte de grenzen van zijn bevoegdheid om politiesystemen te raadplegen te buiten is gegaan en dat hij schuldig is aan computervredebreuk. De rechtbank heeft de man een taakstraf van 60 uren opgelegd.

Bron; Beveiliging