Hoewel niet zomaar in computers in andere landen mag worden gekeken is dat soms onvermijdelijk, stelt Lodewijk van Zwieten van de afdeling Cybercrime en Interceptie van de nationale recherche. Volgens hem schieten de regels tekort bij de jacht via internet. "Terwijl wij voor opsporingsonderzoek toestemming moeten vragen aan buitenlandse instanties, zit een cybercrimineel met één druk op de knop aan de andere kant van de wereld."

Zowel tijdens het onderzoek naar de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak Robert M. als in een groot onderzoek naar hackers, kraakte de recherche computers in het buitenland. Wilbert Paulissen, hoofd van de nationale recherche, pleit in de krant voor 'meer specifieke, juridische kaders voor online opsporing'. Het probleem zou ook gelden voor internationale opsporingsdiensten.

Alles bij de bron; nu