Justitie op Aruba en de Antillen kan niet of nauwelijks meer gebruik maken van bijzondere opsporingsmethoden zoals telefoontaps, observatie of de inzet van burgerinfiltranten. De wettelijke basis daarvoor ontbreekt.

Dat vloeit voort uit een uitspraak eerder dit jaar van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Willemstad. Sindsdien maakt het Openbaar Ministerie op de Antillen en Aruba bij grote onderzoeken zo min mogelijk gebruik van bijzondere opsporingsmiddelen om te voorkomen dat zij door de rechter niet ontvankelijk wordt verklaard of bewijslast ongeldig wordt verklaard. Dat laatste is op Sint Maarten en Aruba al gebeurd.

Het Antilliaanse en Arubaanse strafrecht kent geen wet die bijzondere opsporingsbevoegdheden regelt, zoals in Nederland sinds 2000 het geval is met de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden. Bijzondere opsporingsmethoden, zoals observatie, infiltratie of telefoontaps grijpen diep in in de privacy van burgers, ook als het om verdachten gaat. Het kan, maar niet zonder adequate wetgeving.

Zolang die wetgeving ontbreekt zijn de bijzondere opsporingsmethoden in strijd met jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de Mens, zo oordeelde het Gemeenschappelijk Hof.

Lees het volledige artikel bij de bron; www.nrc.nl