In de eerste dagen na de vondst van het baby'tje in de vroege ochtend van zondag 26 oktober had hoofd van het politieonderzoek Peter van den Wijngaard (49) goede hoop. 'Er was een gezond kindje dat, te zien aan de pleister op haar hiel, een hielprik had gehad en dus in aanraking was geweest met een zorgverlener. Ik dacht: dit gaat ons lukken.' Maar in de praktijk blijkt het medisch beroepsgeheim niet altijd te rijmen te zijn met het belang van de politie om te achterhalen wie het kindje dumpte.

'Ik respecteer het beroepsgeheim, maar binnen de zorgsector wordt er door de beroepsgroepen verschillend mee omgesprongen.' Rechercheurs gingen onder meer naar de GGD, ziekenhuizen, consultatiebureaus en verloskundigenpraktijken en kwamen met wisselend succes terug. 'De één geeft wel informatie over uitgevoerde hielprikjes, de ander interpreteerde het beroepsgeheim anders...

...Het beroepsgeheim kan worden doorbroken, erkent docent gezondheidsrecht Corrette Ploem, maar dan moet de zorgverlener wel overtuigd zijn dat er een groot gevaar is dat moet worden afgewend. 'Het gaat niet op voor misdrijven die al zijn gepleegd. Een hulpverlener mag nooit een verlengstuk zijn van de politie.'

Alles bij de bron; Parool [Thnx-2-Niek]