De Tweede Kamer stemt binnenkort over het wetsvoorstel computercriminaliteit III, dat de politie onder andere een "hackbevoegdheid" geeft. Aanleiding voor Privacy Barometer om Kamerleden elf argumenten te sturen om tegen het wetsvoorstel te stemmen. Staatssecretaris Dijkhoff stelt dat de bevoegdheid nodig is omdat mensen vaker versleuteld communiceren.

"Maar Dijkhoff benoemt het slechts als trend en heeft geen cijfers of voorbeelden om aan te tonen dat het echt noodzakelijk is. Daarbij komen er door het hacken veel meer gegevens van de persoon beschikbaar", gaat Barth verder. Hij merkt op dat het in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens om zonder concrete noodzaak zo'n bevoegdheid in te voeren. "Om die reden zou deze inbreekbevoegdheid niet moeten worden ingevoerd."

Een ander argument tegen het wetsvoorstel is volgens Barth dat de politie belang bij onveiligheid krijgt. "Om in te kunnen breken in laptops of smartphones, moeten er wel gaten in de beveiliging van die apparaten zitten. De politie krijgt er dus belang bij dat uw apparaat niet 100% veilig is. De politie gaat de kennis over die beveiligingsgaten inkopen. Niet om ze te verhelpen, maar om ze te gebruiken."

De controle op de proportionele inzet van de hackbevoegdheid is vrijwel onmogelijk, stelt Barth. Na toestemming van de rechter-commissaris krijgt de politie groen licht om een systeem te hacken, maar het apparaat of netwerk dat gehackt wordt biedt volgens hem vrijwel altijd toegang tot veel meer gegevens dan persé noodzakelijk is voor de vaststelling van de identiteit of het vinden van gegevens over een misdrijf. "Een laptop, smartphone of cloudserver bevat allerlei gegevens die niet ter zake doen of zelfs van andere, niet-verdachte mensen zijn. Het is onmogelijk te controleren dat de politie zich aan de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit houdt." Naar verwachting wordt er in de eerste of tweede week van december over het wetsvoorstel gestemd.

Alles bij de bron; Security