Mensen die zich vergissen, per ongeluk of door overmacht een paar dagen te laat informatie doorgeven aan de gemeente, het UWV of de SVB, worden veel te hard gestraft. De Fraudewet, ontworpen om fraude in de sociale zekerheid tegen te gaan, pakt de goedwillende burger keihard aan en laat echte fraudeurs ongemoeid. Dat blijkt uit onderzoek van de Nationale ombudsman.

Iemand met een uitkering die niet op tijd veranderingen in zijn situatie meldt, moet het geld dat hij te veel heeft gekregen terugbetalen. Daarbovenop komt een boete van 100 procent van datzelfde bedrag. „De vraag of mensen opzettelijk niet aan hun verplichtingen voldoen of dat er een andere reden voor is, speelt nauwelijks een rol”, aldus waarnemend ombudsman Frank van Doorn, die het boetesysteem disproportioneel noemt.

Tegelijk helpt de Fraudewet niet tegen mensen die wél echt frauderen met uitkeringen. De pakkans wordt er niet groter door, meent de ombudsman: ,,De Fraudewet richt zich op het uitdelen van hoge boetes en niet op het vergroten van de opsporingscapaciteit of op slimmere opsporingsmethoden''. Van Doorn bekeek vijfhonderd klachten van burgers die zich onterecht als crimineel behandeld voelen. ,,Mensen klagen niet over het terugbetalen van geld dat zij te veel hebben gekregen, maar wel over de boete die daarna nog volgt.''

De ombudsman pleit ervoor dat de boetes worden verlaagd naar maximaal 10 procent van het bedrag dat iemand moet terugstorten, als tenminste aannemelijk is dat iemand niet de opzet tot fraude had.

Alles bij de bronnen; BinnlandsBestuur & Telegraaf